CP 2

aanvraag doen, een

Rada heeft een aanvraag gedaan voor een nieuw paspoort. Als je een aanvraag doet, dan vraag je met een formulier of je iets kunt krijgen. Bijvoorbeeld een paspoort, of een rijbewijs.

hij doet een aanvraag hij deed een aanvraag hij heeft een aanvraag gedaan

afhaalbericht, het

Abdullah heeft een paspoort aangevraagd. Hij heeft een brief thuisgekregen met een afhaalbericht. Daar staat op dat het paspoort klaar is. Een afhaalbericht is een brief waarop staat dat u mag komen om iets op te halen. Bijvoorbeeld een paspoort, een verblijfsvergunning of een rijbewijs.

afhalen

Vorige week heeft Saïda haar paspoort aangevraagd. Ze krijgt vandaag bericht dat ze haar paspoort kan komen afhalen. Als je iets af gaat halen, dan ga je ergens langs om het op te halen. Je gaat bijvoorbeeld je nieuwe paspoort afhalen bij het gemeentehuis.

hij haalt af hij haalde af hij heeft afgehaald

burgerlijke staat, de

In het paspoort van Tahir staat bij Burgerlijke Staat: ongehuwd. Als hij is getrouwd, wordt zijn burgerlijke staat: gehuwd. De burgerlijke staat is of je getrouwd bent, of samenwonend, of niet getrouwd.

burgerservicenummer, het

Een burgerservicenummer hebt u nodig als u wilt werken, of als u geld wilt krijgen (bijvoorbeeld een uitkering of huurtoeslag). Het burgerservicenummer is een persoonlijk nummer. U krijgt het van de administratie van de belastingdienst. Een ander woord voor burgerservicenummer is persoonsnummer of sofi-nummer.

burgerzaken

Rada gaat naar Burgerzaken om een uittreksel te halen uit het bevolkingsregister. Burgerzaken is een afdeling van de gemeente. Bij burgerzaken kunt u documenten aanvragen.

gehuwd

Tahir is vandaag getrouwd met Rada. Als hij een nieuw paspoort krijgt, staat er dat hij gehuwd is. Gehuwd is dat je getrouwd bent. Ongehuwd is dat je niet getrouwd bent.

geldig

Mijn paspoort is kapot, er zit een gat in. Nu is mijn paspoort niet meer geldig. Geldig betekent bij een legitimatiebewijs, dat het goed is. Een paspoort mag bijvoorbeeld geen gat hebben, het mag niet oud zijn en er moet een goede foto van u in staan.

gemeente, de

In elke gemeente kun je documenten aanvragen, zoals een rijbewijs of een identiteitskaart. Een gemeente is een stad, dorp of een groep dorpen bij elkaar.

geslacht , het

Bent u een vrouw of een man? Uw geslacht staat genoemd in uw paspoort. Het geslacht is of iemand man of vrouw is. Als je een vrouw bent staat er in je paspoort:

handtekening, de

Jimmy heeft een aanvraag gedaan om te naturaliseren. Hij heeft zijn handtekening onderaan het formulier gezet. Als je je handtekening zet, schrijf je je naam met de hand, bijvoorbeeld onder een betaalopdracht.

herkomst, de

Bij persoonsgegevens wordt vaak ook gevraagd naar het land van herkomst. De herkomst is het land waar iemand vandaan komt, het land waar iemand geboren is. Als je in India geboren bent, is India je land van herkomst.

identiteitsbewijs, het

Alle mensen ouder dan 14 jaar moeten een identiteitsbewijs bij zich hebben. Een identiteitsbewijs is hetzelfde als een legitimatiebewijs: een officieel papier of een kaart waar mee je kunt laten zien wie je bent.

identiteitskaart, de

Iedereen die ouder is dan 14 jaar is verplicht om een identiteitskaart of een paspoort bij zich te hebben. Een identiteitskaart is een plastic kaart waarop staat wie je bent. Er staat ook een foto op. Een identiteitskaart is alleen geldig in Europa.

legitimatiebewijs, het

De baliemedewerker vraagt Rada om haar legitimatiebewijs. Legitimatiebewijzen zijn alle documenten waarmee je officieel kunt laten zien wie je bent. Het rijbewijs, het paspoort en de identiteitskaart zijn legitimatiebewijzen. Een ander woord is: identiteitsbewijs.

legitimeren, zich

Bij de balie van het gemeentehuis moet u zich kunnen legitimeren. U moet bijvoorbeeld uw paspoort bij u hebben. Als je je legitimeert, dan laat je je identiteitsbewijs zien. In Nederland moet iedereen vanaf 14 jaar zich kunnen legitimeren.

hij legitimeert zich hij legitimeerde zich hij heeft zich gelegitimeerd

nationaliteit , de

Moussa en Saïda hebben allebei de Marokkaanse én de Nederlandse nationaliteit. De nationaliteit zegt iets over het paspoort dat iemand heeft. Iemand die gaat naturaliseren krijgt de Nederlandse nationaliteit, een Nederlands paspoort.

naturaliseren, zich laten

De enige manier voor een vreemdeling om Nederlander te worden is om je te laten naturaliseren. Als je je laat naturaliseren in Nederland, dan krijg je de Nederlandse nationaliteit. Je wordt 'Nederlander' en krijgt een Nederlands paspoort.

hij laat zich naturaliseren hij liet zich naturaliseren hij heeft zich laten naturaliseren

nummertje trekken, een

Het is druk bij Burgerzaken. Saïda moet een nummertje trekken en op haar beurt wachten. Als je een nummertje trekt, haal je een papiertje met een nummer erop. De nummers staan vaak in rode letters boven een balie. Zo weet je wanneer je aan de beurt bent.

Nummertjesapparaat met een nummertje eruit. hij trekt een nummertje hij trok een nummertje hij heeft een nummertje getrokken

ondertekenen

Jimmy ondertekent het formulier om te naturaliseren met zijn handtekening. Als je een formulier ondertekent, zet je je handtekening eronder.

hij ondertekent hij ondertekende hij heeft ondertekend

ongehuwd

Tahir is vandaag getrouwd met Rada. Als hij een nieuw paspoort krijgt, staat er dat hij gehuwd is. Gehuwd is dat je getrouwd bent. Ongehuwd is dat je niet getrouwd bent.

paspoort, het

Moussa gaat een foto laten maken voor in zijn paspoort. De foto gaat in zijn nieuwe paspoort. Een paspoort is een boekje waarin staat wie je bent, bijvoorbeeld hoe lang je bent en wanneer je geboren bent. Er staat ook een foto in. Met een paspoort mag je naar landen buiten Europa.

persoonsgegevens, de (gegevens)

Iemand die een rijbewijs gaat aanvragen, moet zijn persoonsgegevens opgeven. Persoonsgegevens zijn gegevens over u zelf. Uw naam en adres zijn persoonsgegevens, maar ook uw geboortedatum, of u een man of een vrouw bent en hoe lang u bent.

postcode, de

Sara moet op het formulier haar postcode invullen. Ze vult in: 1094 PX. De postcode is een rij van vier cijfers en twee hoofdletters. Elke straat heeft een eigen postcode.

rijbewijs, het

Sara is blij, ze heeft haar rijbewijs gehaald! Nu mag ze zelf autorijden. Een rijbewijs is een kaart waarop staat dat je mag autorijden. Er staat ook een foto op. Een rijbewijs is 5 jaar geldig.

sofi-nummer, het

Het sofi-nummer heet nu burgerservicenummer, of persoonsnummer. Het nummer staat in je Nederlandse paspoort of identiteitskaart. Het sofi-nummer is een persoonlijk nummer. U kreeg dit nummer vroeger van de administratie van de belastingdienst. Nu heet het: burgerservicenummer.

stadsdeelkantoor, het

Tahir kan zijn rijbewijs afhalen bij het stadsdeelkantoor. Een stadsdeelkantoor is een gemeentehuis van een deel van de stad (stadsdeel). U kunt er vaak dezelfde documenten aanvragen als bij het gemeentehuis. Grote steden hebben vaak meer stadsdeelkantoren. Kleine steden en dorpen hebben één gemeentehuis.

tonen

Bij de balie moet Jimmy zijn legitimatiebewijs tonen. Als je iets moet tonen, moet je het laten zien. Als je je legitimatiebewijs moet tonen, laat je je paspoort zien, je identiteitskaart of je verblijfsvergunning.

hij toont hij toonde hij heeft getoond

uittreksel van het bevolkingsregister, het

Rada en Tahir hebben een uittreksel van het bevolkingsregister nodig, omdat ze gaan trouwen. Een uittreksel van het bevolkingsregister is een papier waarop alle gegevens staan zoals die bij de gemeente bekend zijn.

verblijfsdocument, het (document)

Saïda moet naar de gemeente om haar verblijfsdocumenten te verlengen. Een verblijfsdocument is een brief waarop staat dat iemand (in Nederland) mag blijven.

verblijfsvergunning, de

Saïda wil langer in Nederland blijven. Zij verlengt haar verblijfsvergunning. Een verblijfsvergunning is een brief waarop staat dat u in Nederland mag zijn.

verlengen

Een paspoort is vijf jaar geldig. Daarna moet je het verlengen. Als je een document verlengt, dan maak je het document langer geldig.

hij verlengt hij verlengde hij heeft verlengd

verlopen

Tahirs identiteitskaart is bijna verlopen. Hij moet snel een nieuwe kaart aanvragen. Als een document is verlopen, dan is het niet meer geldig. Bijvoorbeeld: een paspoort dat verlopen is, is te oud.

hij verloopt hij verliep hij is verlopen