CP 3

aangifte doen

Mijn fiets is gestolen. Ik ga aangifte doen. Als je aangifte doet, meld je officieel bij de politie dat bijvoorbeeld je fiets gestolen is.

hij doet aangift hij deed aangifte hij heeft aangifte gedaan

aangifteformulier, het

De agent vulde een aangifteformulier met me in. Een aangifteformulier is een formulier van de politie dat wordt ingevuld als je aangifte doet.

agent(e), de

De agent zei dat ze moest stoppen. Een agent(e) werkt bij de politie; een politieagent(e)

akkoord gaan

Gaat u hiermee akkoord? Als je akkoord gaat met iets, zeg je dat je het goed vindt als iets gebeurt.

hij gaat akkoord hij ging akkoord hij is akkoord gegaan

beroofd

Hij is op vakantie beroofd van zijn auto. Als je beroofd bent, heeft iemand je bang gemaakt en bijvoorbeeld je tas afgepakt.

beroving, de

Hij is erg geschrokken van die beroving. Bij een beroving maakt iemand je bang en pakt hij/zij bijvoorbeeld je tas af.

dief, de

Ze hebben de dief gepakt. Een dief is iemand die spullen van mensen wegneemt.

diefstal, de

Overal in de wereld is er diefstal. Er is diefstal als er spullen gestolen zijn.

eigendom, het

Is deze auto uw eigendom? Een eigendom is een ding van iemand, bijvoorbeeld je fiets of auto.

eruitzien

Hoe zag hij eruit? Als je vertelt hoe iets of iemand eruitziet, vertel je bijvoorbeeld welke kleuren iets heeft of hoe groot iemand is.

het ziet eruit het zag eruit het heeft eruit gezien

gegevens, de

U kunt hier eerst uw gegevens invullen. Gegevens kunnen persoonsgegevens zijn of informatie over bijvoorbeeld een huis of auto.

geslagen

Door wie bent u geslagen? Als je geslagen wordt, is er iemand die je slaat.

gestolen

Mijn fiets is gestolen. Als iets gestolen is, heeft iemand iets van een ander afgenomen.

geweld, het

Met veel geweld pakten ze zijn tas af. Als iemand geweld gebruikt, doet hij/zij een ander pijn.

handtekening, de

Wilt u hier u handtekening zetten? Je handtekening is de manier waarop alleen jij je naam schrijft. Je zet je handtekening bijvoorbeeld onderaan een formele brief.

inbraak, de

De inbraak heeft me bang gemaakt. Bij een inbraak gaat iemand (zonder dat je het weet) je huis binnen om spullen mee te nemen.

inbreker, de

Heb je de inbreker gezien? Een inbreker is iemand die je huis binnengaat zonder dat je het weet. Een inbreker probeert spullen mee te nemen.

ingebroken

Is er bij jou wel eens ingebroken? Als er is ingebroken, is er iemand je huis binnengegaan (zonder dat je het wist) om spullen mee te nemen.

kenmerk, het

Wat zijn de kenmerken van uw fiets? Een kenmerk is iets dat je noemt om te vertellen hoe iets eruitziet bijvoorbeeld de kleur.

mishandeld

Als kind werd hij mishandeld. Als je mishandeld wordt, word je bijvoorbeeld geslagen.

mishandeling, de

Ze heeft aangifte gedaan van mishandeling. Bij mishandeling wordt iemand bijvoorbeeld geslagen.

omschrijving, de

Kunt u een omschrijving geven van uw fiets? Als je een omschrijving van iets of iemand geeft, vertel je hoe iets of iemand eruitziet.

ondertekenen

Wilt u dit formulier ondertekenen? Als je een formulier ondertekent, zet je je handtekening erop.

hij ondertekent hij ondertekende hij heeft ondertekend

paspoort, het

Ik kan mijn paspoort nergens vinden. Een paspoort is een officieel document waar je nationaliteit, je naam, je geboortedatum enzovoorts in staat.

persoonsgegevens, de

Als je aangifte doet, vraagt de politie naar je persoonsgegevens. Je persoonsgegevens zijn bijvoorbeeld je naam, adres, geboortedatum, enzovoorts.

plaatsvinden

Inbraken vinden ook overdag plaats. Als er iets plaatsvindt, gebeurt er iets.

het vindt plaats het vond plaats het heeft plaatsgevonden

politie, de

Heb jij wel eens aangifte gedaan bij de politie? De politie zorgt ervoor dat het veilig is en dat mensen geen dingen doen die niet mogen.

politiebureau, het

Het politiebureau is ook op zondag open. Het politiebureau is het kantoor van de politie; het bureau

proces-verbaal, het

De agent maakt een proces-verbaal op. Een proces-verbaal is een tekst die een agent maakt. Er staat in wat iemand heeft verteld toen hij/zij aangifte deed.

rijbewijs, het

Heb jij een rijbewijs? Een rijbewijs is een officieel document dat je nodig hebt om auto te rijden.

slachtoffer, het

Bij het ongeluk zijn geen slachtoffers gevallen. Een slachtoffer is iemand die bijvoorbeeld een ongeluk krijgt of mishandeld wordt.

spullen, de

Van wie zijn deze spullen? Spullen zijn dingen.

verlies, het

Bij verlies van uw creditcard moet u uw bank bellen. Verlies betekent dat je iets verloren hebt.

verloren

Ik ben mijn portemonnee verloren. Als je iets verloren bent/hebt, ben je iets kwijt.

zakkenroller, de

Pas op! Er zitten vaak zakkenrollers in de tram. Een zakkenroller is iemand die iets uit je jas of tas probeert weg te nemen.