| ||
Hamsa zoekt een baan. Hij leest advertenties voor vacatures in de krant. Een stukje tekst bijvoorbeeld in de krant. Je maakt reclame voor een product of een vacature. | ||
| ||
| ||
| ||
In de sportkantine is een vaatwasser. Thuis moet ik met de hand afwassen. Kopjes, borden, bestek en pannen schoonmaken. | ||
Ik was af. Ik waste af. Ik heb afgewast. | ||
| ||
| ||
Ik lees mijn rooster. Ik werk op dinsdagavond tussen 19.00 en 22.00 uur. Een deel van de dag. De tijd tussen 18.00 uur en 24.00 uur. | ||
| ||
| ||
| ||
Ik zoek een leuke baan. Ik wil graag werken als kok. Het werk dat je doet. Meestal krijg je geld betaald. | ||
| ||
| ||
| ||
In een verzorgingshuis wonen bejaarden. Ze hebben zorg nodig. Oude mensen, meestal ouder dan 65 jaar. | ||
| ||
| ||
| ||
Ik heb een betaalde baan als kok. Je krijgt er geld voor. | ||
| ||
| ||
| ||
Ik werk het liefst binnen. Ik heb het snel koud. In een gebouw of huis. | ||
| ||
| ||
| ||
Als vrijwilliger ga je samen met bejaarden boodschappen doen. Spullen die je koopt in de winkel, meestal etenswaren. | ||
Ik doe boodschappen. Ik deed boodschappen. Ik heb boodschappen gedaan. | ||
| ||
| ||
Roken mag alleen buiten. Niet in een huis of gebouw. | ||
| ||
| ||
| ||
Op een kinderboerderij wonen veel dieren in hokken en stallen. Levende wezens, maar geen mensen. Bijvoorbeeld een hond, kat, kip of paard. | ||
| ||
| ||
| ||
Ik heb geen diploma van de middelbare school. Ik heb de school niet afgemaakt. Een officieel papier van een school of opleiding.. Je hebt de school of opleiding goed afgemaakt. | ||
| ||
| ||
| ||
Veel oude mensen zijn eenzaam. Ze krijgen niet veel bezoek van familie en vrienden Je voelt je alleen. Je hebt weinig contact met andere mensen. | ||
Ik voel me eenzaam. Ik voelde me eenzaam. Ik heb me eenzaam gevoeld. | ||
| ||
| ||
Simon is heel handig. Hij kan goed timmeren en verven. Je kunt goed dingen maken met je handen. | ||
Ik ben handig. Ik was handig. Ik ben handig gewwest. | ||
| ||
| ||
De konijnen op de kinderboerderij hebben allemaal hun eigen hok. Een soort huisje voor dieren. Het is vaak gemaakt van hout. | ||
| ||
| ||
| ||
Daniël werkt als vrijwilliger in de kantine van de sportclub. Hij bakt altijd veel patat. Een goedkoop restaurant of café, bijvoorbeeld bij het werk of een sportclub. | ||
| ||
| ||
| ||
Joseph heeft een diploma als automonteur. Hij heeft veel kennis over auto's. De dingen die je weet of geleerd hebt. | ||
| ||
| ||
| ||
Hamid is vrijwilliger op de kinderboerderij. Hij voert de dieren en maakt de hokken schoon. Een plaats waar veel dieren in hokken en stallen leven. Kinderen komen om dieren te kijken en te aaien. | ||
| ||
| ||
| ||
De begeleider heeft een klus voor Hamid. Hij mag alle kippenhokken verven. Een taak. | ||
| ||
| ||
| ||
Spelletjes spelen met bejaarden is licht werk. Werk dat niet zwaar is. Je wordt er niet moe van. | ||
| ||
| ||
| ||
Ik vind spelletjes spelen wel leuk. Maar het liefste wandel ik buiten met bejaarden. Iets wat je heel graag doet. Er is niets wat je leuker vindt. | ||
| ||
| ||
| ||
Ik heb een afspraak met de dokter op woensdagmiddag. Ik moet er om 15.00 uur zijn. Een deel van de dag. De tijd tussen 12.00 uur en 18.00 uur. | ||
| ||
| ||
| ||
Ik vind Nederlands schrijven erg moeilijk. Ik heb nog niet het goede niveau. Hoe goed je iets kunt. | ||
| ||
| ||
| ||
Ik heb altijd Nederlandse les in de ochtend. Ik ga naar school van 9.00 uur tot 12.00 uur. Een deel van de dag. De tijd tussen 6.00 uur en 12.00 uur. | ||
| ||
| ||
| ||
Ik werk als vrijwilliger. Het is een onbetaalde baan. Je krijgt geen salaris voor je werk. | ||
| ||
| ||
| ||
Jan werkt als vrijwilliger in de tuin van het verzorgingshuis. Tussen de rozen staat veel onkruid. Jan haalt het onkruid weg. Planten die je niet in je tuin wilt hebben. | ||
| ||
| ||
| ||
Oude mensen zijn vaak alleen. Vrijwilligers gaan bij hen op bezoek. Naar het huis van iemand gaan om gezellig te praten. | ||
Ik ga op bezoek. Ik ging op bezoek. Ik ben op bezoek geweest. | ||
| ||
| ||
Ik heb in Irak een opleiding gedaan voor verpleegster. De school die iemand heeft gedaan. | ||
| ||
| ||
| ||
In een verzorgingshuis wonen ouderen. De bejaarden. Mensen die meestal ouder zijn dan 65 jaar. | ||
| ||
| ||
| ||
Sara is vrijwilliger in het verzorgingshuis.Sommige ouderen kunnen niet lopen. Ze zitten in een rolstoel. Sara duwt de rolstoel en maakt een wandeling. Een stoel met twee grote wielen. Het is voor mensen die niet (goed) kunnen lopen. | ||
| ||
| ||
| ||
De vloer is vies. Erkan maakt de vloer schoon. Zorgen dat iets niet meer vies is. | ||
Ik maak schoon. Ik maakte schoon. Ik heb schoongemaakt. | ||
| ||
| ||
Hamid werkt in de sportkantine. Hij smeert de broodjes. Boter op een boterham doen. | ||
Ik smeer. Ik smeerde. Ik heb gesmeerd. | ||
| ||
| ||
Nora is vrijwilliger in het verzorgingshuis. Elke dinsdagochtend speelt ze een spelletje met drie bewoners. De ouderen vinden het erg leuk. Vertellen wat iets is. Een ander begrijpt het zo beter. | ||
Ik speel een spelletje. Ik speelde een spelletje. Ik heb een spelletje gespeeld. | ||
| ||
| ||
Een sportclub heeft vaak een kantine. Na het sporten kunnen mensen dan iets drinken. Een club waar je een sport kunt spelen, bijvoorbeeld een voetbalclub. Je betaalt geld en dan mag je een jaar spelen bij die club. | ||
| ||
| ||
| ||
Ahmed werkt op de kinderboerderij. Eén keer per week maakt hij de stallen schoon. Het huis van een groot dier. Een paard heeft een stal. | ||
| ||
| ||
| ||
Het kippenhok is kapot. Ahmed timmert een nieuw hok. Iets maken van hout en spijkers. | ||
Ik timmer. Ik timmerde. Ik heb getimmerd. | ||
| ||
| ||
Pedro houdt van tuinieren. Hij haalt het onkruid eruit. Hij verzorgt de planten goed met water en mest. De tuin ziet er mooi uit. In de tuin werken om de tuin mooi te maken. | ||
Ik tuinier. Ik tuinierde. Ik heb getuinierd. | ||
| ||
| ||
Nora leest de buurtkrant. Ze ziet een vacature voor keukenhulp in een restaurant. Een baan waarvoor iemand gezocht wordt. | ||
| ||
| ||
| ||
Er ligt veel rommel op de vloer. Sara veegt de vloer met een bezem. Met een bezem schoonmaken. | ||
Ik veeg. Ik veegde. Ik heb geveegd. | ||
| ||
| ||
In de sportkantine verkoopt Henk in de pauze drankjes en eten. Je geeft iemand iets in ruil voor geld. | ||
Ik verkoop. Ik verkocht. Ik heb verkocht. | ||
| ||
| ||
Op een kinderboerderij is één van de taken het verzorgen van de dieren. Je zorgt dat iemand of iets krijgt wat nodig is. | ||
Ik verzorg. Ik verzorgde. Ik heb verzorgd. | ||
| ||
| ||
Mijn zieke oude buurman woont nu in een verzorgingshuis. Een huis waar oude mensen wonen. Ze kunnen niet meer goed voor zichzelf zorgen. | ||
| ||
| ||
| ||
Pedro werkt op de kinderboerderij. Hij voert de kippen in de ochtend. Eten geven aan dieren. | ||
Ik voer. Ik voerde. Ik heb gevoerd. | ||
| ||
| ||
Nora heeft geen betaalde baan. Ze heeft veel vrije tijd. Daarom zoekt ze vrijwilligerswerk. De tijd dat je niet hoeft te werken. Je mag zelf beslissen wat je doet. | ||
| ||
| ||
| ||
Sara werkt één dag als vrijwilliger in het verzorgingshuis. Iemand die werkt. Je krijgt daarvoor geen salaris. | ||
| ||
| ||
| ||
Nora zoekt een baan als vrijwilliger. Ze wil graag werken met oude mensen. Ze gaat naar de vrijwilligerscentrale. De vrijwilligerscentrale heeft een vacature voor haar. Een organisatie waar ze veel vacatures voor vrijwilligerswerrk hebben. Ze helpen mensen bij het zoeken van vrijwilligerswerk. | ||
| ||
| ||
| ||
Nora heeft veel vrije tijd. Ze wil twee middagen vrijwilligerswerk gaan doen. Werk dat je doet zonder salaris | ||
| ||
| ||
| ||
De vrijwilligers van het verzorgingshuis wandelen met de bewoners in het park. Lopen voor je plezier. | ||
Ik wandel. Ik wandelde. Ik heb gewandeld. | ||
| ||
| ||
Ik lees het werkrooster voor volgende week. Ik werk op woensdag en vrijdag in de sportkantine. Een periode van zeven dagen. | ||
| ||
| ||
| ||
Diana heeft in Ghana als kapster gewerkt. Ze heeft dus werkervaring als kapster. Je hebt het werk al eerder gedaan. | ||
| ||
| ||
| ||
Een tuin heeft veel verzorging nodig. Je moet elke week het onkruid wieden. Onkruid weghalen. | ||
Ik wied. Ik wiedde. Ik heb gewied. | ||
| ||
| ||
Ahmed werkt in de sportkantine. Hij tilt kratten met flessen. Dat is zwaar werk. Werk waarvoor je veel kracht nodig hebt. Je wordt er moe van. | ||
|
0 ความคิดเห็น:
แสดงความคิดเห็น