Vrijwilligerswerk 12

advertentie, de
play

Hamsa zoekt een baan. Hij leest advertenties voor vacatures in de krant.

Een stukje tekst bijvoorbeeld in de krant. Je maakt reclame voor een product of een vacature.



afwassen
play

In de sportkantine is een vaatwasser. Thuis moet ik met de hand afwassen.

Kopjes, borden, bestek en pannen schoonmaken.

Ik was af.
Ik waste af.
Ik heb afgewast.

avond, de
play

Ik lees mijn rooster. Ik werk op dinsdagavond tussen 19.00 en 22.00 uur.

Een deel van de dag. De tijd tussen 18.00 uur en 24.00 uur.



baan, de
play

Ik zoek een leuke baan. Ik wil graag werken als kok.

Het werk dat je doet. Meestal krijg je geld betaald.



bejaarden
play

In een verzorgingshuis wonen bejaarden. Ze hebben zorg nodig.

Oude mensen, meestal ouder dan 65 jaar.



betaald
play

Ik heb een betaalde baan als kok.

Je krijgt er geld voor.



binnen
play

Ik werk het liefst binnen. Ik heb het snel koud.

In een gebouw of huis.



boodschappen, de
play

Als vrijwilliger ga je samen met bejaarden boodschappen doen.

Spullen die je koopt in de winkel, meestal etenswaren.

Ik doe boodschappen.
Ik deed boodschappen.
Ik heb boodschappen gedaan.

buiten
play

Roken mag alleen buiten.

Niet in een huis of gebouw.



dier, het
play

Op een kinderboerderij wonen veel dieren in hokken en stallen.

Levende wezens, maar geen mensen. Bijvoorbeeld een hond, kat, kip of paard.



diploma, het
play

Ik heb geen diploma van de middelbare school. Ik heb de school niet afgemaakt.

Een officieel papier van een school of opleiding.. Je hebt de school of opleiding goed afgemaakt.



eenzaam
play

Veel oude mensen zijn eenzaam. Ze krijgen niet veel bezoek van familie en vrienden

Je voelt je alleen. Je hebt weinig contact met andere mensen.

Ik voel me eenzaam.
Ik voelde me eenzaam.
Ik heb me eenzaam gevoeld.

handig
play

Simon is heel handig. Hij kan goed timmeren en verven.

Je kunt goed dingen maken met je handen.

Ik ben handig.
Ik was handig.
Ik ben handig gewwest.

hok, het
play

De konijnen op de kinderboerderij hebben allemaal hun eigen hok.

Een soort huisje voor dieren. Het is vaak gemaakt van hout.



kantine, de
play

Daniël werkt als vrijwilliger in de kantine van de sportclub. Hij bakt altijd veel patat.

Een goedkoop restaurant of café, bijvoorbeeld bij het werk of een sportclub.



kennis, de
play

Joseph heeft een diploma als automonteur. Hij heeft veel kennis over auto's.

De dingen die je weet of geleerd hebt.



kinderboerderij, de
play

Hamid is vrijwilliger op de kinderboerderij. Hij voert de dieren en maakt de hokken schoon.

Een plaats waar veel dieren in hokken en stallen leven. Kinderen komen om dieren te kijken en te aaien.



klus, de
play

De begeleider heeft een klus voor Hamid. Hij mag alle kippenhokken verven.

Een taak.



licht werk
play

Spelletjes spelen met bejaarden is licht werk.

Werk dat niet zwaar is. Je wordt er niet moe van.



liefste
play

Ik vind spelletjes spelen wel leuk. Maar het liefste wandel ik buiten met bejaarden.

Iets wat je heel graag doet. Er is niets wat je leuker vindt.



middag, de
play

Ik heb een afspraak met de dokter op woensdagmiddag. Ik moet er om 15.00 uur zijn.

Een deel van de dag. De tijd tussen 12.00 uur en 18.00 uur.



niveau, het
play

Ik vind Nederlands schrijven erg moeilijk. Ik heb nog niet het goede niveau.

Hoe goed je iets kunt.



ochtend, de
play

Ik heb altijd Nederlandse les in de ochtend. Ik ga naar school van 9.00 uur tot 12.00 uur.

Een deel van de dag. De tijd tussen 6.00 uur en 12.00 uur.



onbetaald
play

Ik werk als vrijwilliger. Het is een onbetaalde baan.

Je krijgt geen salaris voor je werk.



onkruid, het
play

Jan werkt als vrijwilliger in de tuin van het verzorgingshuis. Tussen de rozen staat veel onkruid. Jan haalt het onkruid weg.

Planten die je niet in je tuin wilt hebben.



op bezoek gaan
play

Oude mensen zijn vaak alleen. Vrijwilligers gaan bij hen op bezoek.

Naar het huis van iemand gaan om gezellig te praten.

Ik ga op bezoek.
Ik ging op bezoek.
Ik ben op bezoek geweest.

opleiding, de
play

Ik heb in Irak een opleiding gedaan voor verpleegster.

De school die iemand heeft gedaan.



ouderen, de
play

In een verzorgingshuis wonen ouderen.

De bejaarden. Mensen die meestal ouder zijn dan 65 jaar.



rolstoel, de
play

Sara is vrijwilliger in het verzorgingshuis.Sommige ouderen kunnen niet lopen. Ze zitten in een rolstoel. Sara duwt de rolstoel en maakt een wandeling.

Een stoel met twee grote wielen. Het is voor mensen die niet (goed) kunnen lopen.



schoonmaken
play

De vloer is vies. Erkan maakt de vloer schoon.

Zorgen dat iets niet meer vies is.

Ik maak schoon.
Ik maakte schoon.
Ik heb schoongemaakt.

smeren
play

Hamid werkt in de sportkantine. Hij smeert de broodjes.

Boter op een boterham doen.

Ik smeer.
Ik smeerde.
Ik heb gesmeerd.

spelletje, het
play

Nora is vrijwilliger in het verzorgingshuis. Elke dinsdagochtend speelt ze een spelletje met drie bewoners. De ouderen vinden het erg leuk.

Vertellen wat iets is. Een ander begrijpt het zo beter.

Ik speel een spelletje.
Ik speelde een spelletje.
Ik heb een spelletje gespeeld.

sportclub, de
play

Een sportclub heeft vaak een kantine. Na het sporten kunnen mensen dan iets drinken.

Een club waar je een sport kunt spelen, bijvoorbeeld een voetbalclub. Je betaalt geld en dan mag je een jaar spelen bij die club.



stal, de
play

Ahmed werkt op de kinderboerderij. Eén keer per week maakt hij de stallen schoon.

Het huis van een groot dier. Een paard heeft een stal.



timmeren
play

Het kippenhok is kapot. Ahmed timmert een nieuw hok.

Iets maken van hout en spijkers.

Ik timmer.
Ik timmerde.
Ik heb getimmerd.

tuinieren
play

Pedro houdt van tuinieren. Hij haalt het onkruid eruit. Hij verzorgt de planten goed met water en mest. De tuin ziet er mooi uit.

In de tuin werken om de tuin mooi te maken.

Ik tuinier.
Ik tuinierde.
Ik heb getuinierd.

vacature, de
play

Nora leest de buurtkrant. Ze ziet een vacature voor keukenhulp in een restaurant.

Een baan waarvoor iemand gezocht wordt.



vegen
play

Er ligt veel rommel op de vloer. Sara veegt de vloer met een bezem.

Met een bezem schoonmaken.

Ik veeg.
Ik veegde.
Ik heb geveegd.

verkopen
play

In de sportkantine verkoopt Henk in de pauze drankjes en eten.

Je geeft iemand iets in ruil voor geld.

Ik verkoop.
Ik verkocht.
Ik heb verkocht.

verzorgen
play

Op een kinderboerderij is één van de taken het verzorgen van de dieren.

Je zorgt dat iemand of iets krijgt wat nodig is.

Ik verzorg.
Ik verzorgde.
Ik heb verzorgd.

verzorgingshuis, het
play

Mijn zieke oude buurman woont nu in een verzorgingshuis.

Een huis waar oude mensen wonen. Ze kunnen niet meer goed voor zichzelf zorgen.



voeren
play

Pedro werkt op de kinderboerderij. Hij voert de kippen in de ochtend.

Eten geven aan dieren.

Ik voer.
Ik voerde.
Ik heb gevoerd.

vrije tijd, de
play

Nora heeft geen betaalde baan. Ze heeft veel vrije tijd. Daarom zoekt ze vrijwilligerswerk.

De tijd dat je niet hoeft te werken. Je mag zelf beslissen wat je doet.



vrijwilliger, de
play

Sara werkt één dag als vrijwilliger in het verzorgingshuis.

Iemand die werkt. Je krijgt daarvoor geen salaris.



vrijwilligerscentrale, de
play

Nora zoekt een baan als vrijwilliger. Ze wil graag werken met oude mensen. Ze gaat naar de vrijwilligerscentrale. De vrijwilligerscentrale heeft een vacature voor haar.

Een organisatie waar ze veel vacatures voor vrijwilligerswerrk hebben. Ze helpen mensen bij het zoeken van vrijwilligerswerk.



vrijwilligerswerk, het
play

Nora heeft veel vrije tijd. Ze wil twee middagen vrijwilligerswerk gaan doen.

Werk dat je doet zonder salaris



wandelen
play

De vrijwilligers van het verzorgingshuis wandelen met de bewoners in het park.

Lopen voor je plezier.

Ik wandel.
Ik wandelde.
Ik heb gewandeld.

week, de
play

Ik lees het werkrooster voor volgende week. Ik werk op woensdag en vrijdag in de sportkantine.

Een periode van zeven dagen.



werkervaring, de
play

Diana heeft in Ghana als kapster gewerkt. Ze heeft dus werkervaring als kapster.

Je hebt het werk al eerder gedaan.



wieden
play

Een tuin heeft veel verzorging nodig. Je moet elke week het onkruid wieden.

Onkruid weghalen.

Ik wied.
Ik wiedde.
Ik heb gewied.

zwaar werk
play

Ahmed werkt in de sportkantine. Hij tilt kratten met flessen. Dat is zwaar werk.

Werk waarvoor je veel kracht nodig hebt. Je wordt er moe van.


0 ความคิดเห็น:

แสดงความคิดเห็น