CP 8

aanzetten

Ik zet elk jaar in oktober de verwarming aan. Als je een apparaat aanzet, dan doet hij het. Het apparaat staat dan aan.

hij zet aan hij zette aan hij heeft aangezet

afval scheiden

We scheiden het afval zoals glas en papier. Als je afval scheidt, dan houd je verschillende soorten afval apart. Je houdt bijvoorbeeld glas en papier apart.

afval, het

Je mag je afval niet op straat gooien. Het afval is alles wat je weggooit, zoals lege blikjes, of restjes eten.

buiten zetten

Hij zet de vuilniszak buiten. Als je iets buiten zet, dan zet je het op straat.

chemokar, de

Hij levert chemisch afval in bij de chemokar. De Chemokar is een grote auto die door de buurt rijdt. U kunt er batterijen, medicijnen, olie, en andere gevaarlijke stoffen inleveren.

deksel, het

Het deksel van de pot met honing is opengegaan. Nu zit er overal honing! Het deksel is de bovenkant van een pot of een doos. Hiermee kun je iets dicht doen.

dop, de

Waar is de dop van deze fles? Ik wil de fles dichtdoen. De dop is een rond dingetje boven op een fles. Hiermee kun je de fles dichtdoen.

energie, de

Energie wordt elk jaar duurder door de prijs van olie en gas. Energie is bijvoorbeeld elektriciteit en gas. Met energie maak je licht en warmte.

etiket, het

Op het etiket van dit product staat een waarschuwing. Het etiket is een sticker op een fles, pot of doos, met informatie over wat er in zit.

gas, het

Kook jij op gas of elektrisch? Het gas is een bron van energie die je gebruikt om te koken en voor de verwarming. Je kan het niet zien, maar wel ruiken.

gevaarlijke stof, de

Je moet goed oppassen met bleekwater, het is een gevaarlijke stof! Een gevaarlijke stof is een stof waar je voorzichtig mee moet zijn.

GFT-bak, de

Hij gooit de bananenschil in de gft-bak. De GFT-bak is een bak voor resten van groenten en fruit, en afval uit de tuin.

glasbak, de

Hij gooit de flessen in de glasbak. De glasbak is een bak waarin je lege flessen weggooit.

grofvuil, het

Ik zet mijn oude bank bij het grofvuil. Grofvuil is groot afval. Het past niet in een vuilniszak. Bijvoorbeeld oude meubelen, of een wasmachine.

lager zetten

Wil je de verwarming een beetje lager zetten? Ik heb het warm. Als je iets lager zet, dan doe je het niveau naar beneden. Bijvoorbeeld de temperatuur, of geluid naar beneden doen.

hij zet lager hij zette lager hij heeft lager gezet

licht, het

Wil je het licht aandoen? Ik kan niets zien. Het licht is wat de zon, lampen en kaarsen maken, zodat het niet meer donker is.

meubelen, de

Ik heb nieuwe meubels: een bank en een tafel. Meubelen zijn dingen in huis zoals het bed, de tafel, de stoel, de bank, en de kast. Meestal is het van hout.

milieu, het

Veel autorijden is slecht voor het milieu. Het milieu is de omgeving waarin je leeft. Het is alles om je heen, bijvoorbeeld de natuur, de stad, de lucht.

ondergrondse container, de

U kunt het afval in de ondergrondse container weggooien. De ondergrondse container is een bak waarin je afval kunt weggooien. Deze bak zit onder de grond.

ophalen

De vuilniswagen haalt het afval op. Als je afval ophaalt, ? pak je het afval en je neemt het mee.

papierbak, de

Hij gooit de kranten in de papierbak. De papierbak is een bak waarin je oud papier weggooit. Bijvoorbeeld kranten.

reinigingsdienst, de

U kunt de reinigingsdienst bellen als u grofvuil heeft. De reinigingsdienst is een dienst van de gemeente die zorgt voor het ophalen van afval en het schoonmaken van de straten.

spaarlamp, de

Een spaarlamp is zuiniger dan een gewone lamp. Een spaarlamp is een lamp die minder energie gebruikt dan een gewone gloeilamp.

sparen

Ik spaar energie en geld als ik de verwarming lager zet. Als je spaart, dan ben je zuinig, bijvoorbeeld met geld of met energie. Je gebruikt weinig.

hij spaart hij spaarde hij heeft gespaard

thermostaat, de

Wil je de thermostaat iets hoger zetten? Ik heb het koud. De thermostaat is een klein apparaat dat de verwarming regelt. Je vindt hem aan de muur,

uitzetten

Ik zet elk jaar in mei de verwarming uit. Als je een apparaat uitzet, dan doet hij het niet. Het apparaat staat dan uit.

hij zet uit hij zette uit hij heeft uitgezet

verwarming, de

Zij heeft het altijd koud, ook als de verwarming hoog staat. De verwarming is een systeem dat de temperatuur in huis regelt door middel van warm water en buizen.

vuilniswagen, de

De vuilniswagen haalt het afval op. De vuilniswagen is een grote auto die het afval ophaalt.

wegbrengen

Hij brengt het vuilnis weg. Als je afval wegbrengt, pak je het afval en je brengt het naar een container, glasbak, of papierbak.